Transfertfactoren - algemene informatie
Ons Immuunsysteem
De belangrijkste functie van ons immuunsysteem is de homeostase, dit is het proces dat evenwicht onderhoudt tussen inwendige chemische processen in ons lichaam en uitwendige veranderingen. Meer bepaald moeten uitwendige aanvallen op ons lichaam onder controle gehouden worden!
We leven constant in symbiose met bacteriën en virussen die ons helpen gezond te blijven. Wanneer echter bepaalde omstandigheden gecreëerd worden, kunnen micro-organismen zicht vermenigvuldigen en ziekte veroorzaken. De echte oorzaak is dan niet het virus of de bacterie, zoals men meestal aanneemt, maar een verzwakt immuunsysteem.
Zo zien we ook dat allergenen, die eigenlijk onschuldige stoffen in de natuur en in onze voeding zijn, klachten veroorzaken als het immuunsysteem overactief is.
Een kind wordt geboren met wat men noemt een niet-specifiek immuunsysteem. De specifieke immuniteit wordt van moeder op kind doorgegeven via het colostrum of de eerste moedermelk.
Werking van het immuunsysteem
Het immuunsysteem is een enorm complex systeem, waarbij verschillende boodschappercellen in heel het lichaam betrokken zijn. Het heeft drie primaire functies: ten eerste het herkennen van lichaamsvreemde indringers, ten tweede het onschadelijk maken van die indringers en ten derde het zich herinneren van de indringers bij een volgende ontmoeting. Voor een optimaal werkend immuunsysteem is het belangrijk dat alle cellen in het lichaam de juiste boodschappen krijgen en doorgeven aan andere cellen. Wanneer dat niet gebeurt, kan de weerstand tegen infecties dalen en/of kan het lichaam overdreven reageren op onschuldige stoffen.
De ontdekking van transferfactor
Men weet al lang dat het immuunsysteem van de moeder wordt over gebracht op het kind. Dit gebeurt door kleine factoren in de eerste moedermelk, het colostrum. Deze factoren noemde men ‘Transferfactoren’ van transfereren (overdragen).
Het bleek dat je deze factoren ook uit witte bloedcellen kon halen.
In 1947 slaagde Dr. H. Sherwood Lawrence erin te bewijzen dat indien je de positieve reactive van het immuunsysteem van een genezen TBC patiënt overbrengt op een ontvangers die nog nooit met TBC in aanraking kwam, deze laatste ook immuun werd.
Transferfactoren bij dieren
In de Jaren ’70 ontdekte een groep Poolse onderzoekers dat in het colostrum van dieren en het eigeel van kippen eveneens peptide aanwezig waren die het immuunsysteem regelden. Omdat in deze peptidenketens het aminozuur proline veelvuldig voorkomt noemden ze het ProlinePolypeptiden (PRP). Deze PRP’s bleken de eerder ontdekte transferfactoren te zijn en tevens bleek dat ze bij zowel mens als dier en zelfs vogels dezelfde samenstelling hadden (waren samen gesteld uit dezelfde aminozuren in dezelfde volgorde). Deze transferfactoren brengen boodschappen over tussen cellen en kunnen het immuunsysteem te moduleren. Ze activeren het immuunsysteem wanneer het een infectie of kanker betreft, en remmen het immuunsysteem af af wanneer het overactief is, bv bij allergie (astma, hooikoorts, eczeem) en auto-immuunziekten (multiple sclerose, reumatoïde artritis, de ziekte van Crohn, enz.).
Dit werd beschouwt als een belangrijke ontdekking op international niveau echter in diezelfde tijd werd ook penicilline ontdekt als wondermiddel bij het bestrijden van infectieziekten.
In de jaren 1980 ontdekte men de doeltreffendheid van oraal ingenomen transferfactoren. Dit was logisch gezien men al wist dat het immuunsysteem van de moeder op het kind ook oral gebeurde, nl. via het colostrum.
Het heeft ongeveer vijftig jaar geduurd voor men erin slaagde een breed- spectrum immunomodulator van ongespecificeerde soorten transferfactoren te ontwikkelen en af te zonderen. Dit heeft gepatenteerde transferfactoren opgeleverd, die goed opgenomen worden, effectief zijn en vrij zijn van ongewenste bijwerkingen.
Isoleren van Transferfactoren.
Transferfactoren worden gevormd als reactive van het immuunsysteem op aanvallen van o.a. bacteriën en virussen van buiten af. Gezien ze dezelfde samenstelling hebben bij mens en dier werd uiteindelijk gekozen Transferfactoren te isoleren uit het colostrum van koeien en het eigeel van kippen. Deze dieren kon men blootstellen aan een veelvoud van bacteriën en virussen door ze samen in de open natuur te laten leven.
Transferfactoren geven nooit allergische reacties omdat ze nooit als lichaamsvreemd ervaren worden, ze zijn immers volledig gelijk bij mens en dier.
Transferfactoren als modulator van het immuunsysteem
Transferfactoren gaan, in tegenstelling tot antibiotica het immuunsysteem zo regelen dat het versterkt wordt indien het te zwak regeert en getemperd wordt bij overreactie. Antibiotica verzwakken net het immuunsysteem door haar functie te vervangen door bacteriën te doden, ook de zogenaamde goede bacteriën in onze darmen. Deze zijn net zeer essentieel voor de goede werking van het immuunsysteem.
Men geeft vaak immunosuppressiva bij een overactief immuunsysteem. Dit kan een gunstig effect hebben bij allergieën en auto-immuunziekten maar het verzwakt eveneens het immuunsysteem als het in actie moet treden tegen potentieel schadelijke bacteriën, virussen of kankerverwekkende stoffen. Je verbetert op die manier wel de symptomen van allergie, maar je wordt vatbaar- der voor infecties en kanker.
Transferfactoren bestaan uit een aantal signaalmoleculen of boodschapperstoffen die het immuunsysteem alarmeren wanneer er ingegrepen moet worden, bv bij een infectie of wonde.
Nadat de infectie bestreden is of de wond genezen is, geven transferfactoren het signaal dat de immuunrespons gestopt mag worden.
In ons immuunsysteem zijn de T-cellen, dit zijn lymfocyten, een belangrijke rol te spelen.T-cellen hebben namelijk op hun oppervlak receptoren (ontvangers) voor de polypeptiden van transferfactoren. Dat wil zeggen dat transferfactoren zich kunnen vastklikken op de T-cel en zo een boodschap kunnen doorgeven aan die T-cel.
Transferfactoren reguleren ook de ontwikkeling en rijping van andere immuuncellen, zoals macrofagen - die vreemde indringers letterlijk opeten - en B-cellen, die instaan voor de aanmaak van antilichamen. Ook de aanmaak van verschillende soorten cytokines wordt gereguleerd door transferfactoren. Cytokines (zoals interleukinen, interferon en tumor necrose factor-alfa) zijn boodschappers van het immuunsysteem. Sommige cytokines stimuleren het immuunsysteem, andere onderdrukken het.
Het immuunsysteem bij allergie en auto-immuunziekte
In ons immuunsysteem onderscheiden we 2 T-helpercellen, nl. de Th1 en Th2. Th1 regeert op intracellulaire pathogenen of organismen die in de cel binnenkomen zoals virussen en bacteriën. Dit wordt het cellulaire immuunsysteem genoemd.
Th2 doet dit voor extracellalaire pathogenen of organismen zoals allergenen, parasieten en toxins, die zich buiten de cel, in het bloed en lichaamsvloeistoffen bevinden. Dit wordt het humorale immuunsysteem genoemd.
Bij allergieën of auto-immuunziekte is er een onevenwicht tussen deze twee
Th1 dominantie |
Th2 dominantie |
|
Verhoogde cellulaire immuniteit |
Verhoogde humorale immuniteit |
|
Reumatoïde artritis |
Allergie |
Hepatitis C |
Diabetes type 1 |
Astma |
Schimmelinfecties |
Multiple sclerose |
Chronische sinusitis |
Bacteriële infecties |
Hashimoto thyreoïditis |
Eczeem |
Virale infecties |
Sjögren syndroom |
Griep |
Herpes |
Psoriasis |
Malaria |
Kanker |
Ziekte van Crohn |
Parasitaire infecties |
Bij een evenwichtig immuunsysteem zal van het éne naar het andere systeem overgeschakeld worden zonder dat de Th1 noch de Th2 de gaat domineren.
In een onevenwichtig immuunsysteem zal de dominantie van Th2 leiden tot allergie en een dominantie van Th1 tot auto-immuniteit.
Een overactief Th1 systeem onderdrukt het Th2 systeem en omgekeerd. Men heeft kunnen aantonen aan dat transferfactoren het evenwicht tussen Th1 en Th2 herstellen. Dat zou betekenen dat Transferfactoren kunnen ingezet worden bij alle aandoeningen die gepaard gaan met een onevenwicht tussen Th1 en Th2 zoals aangegeven in de bovenstaande tabel.
Transferfactoren tijdens zwangerschap
Om te voorkomen dat bij zwangerschap een Th1 dominantie (auto-immuniteit), de placenta of de foetus afstoot gaat het evenwicht in het immuunsysteem verschuiven naar een Th2 dominantie. Hierdoor zal men merken dat bv auto-immuunziekten zoals MS en reumatische artritus verbeteren tijdens de zwangerschap, gezien dit Th1 dominante aandoeningen.
Daarom is het aft e raden Tansfer factoren te gebruiken, zeker tijdens de eerste drie maanden van de zwangerschap. De transfer factoren gaan immers het evenwicht tussen de Th& en Th2 herstellen waardoor de TH2 dominantie zou opgeheven worden.
Na de derde maand kunnen zonder problemen transferfactoren gebruikt worden, zelfs met een gunstig effect op de zwangerschap en de baby. Raadpleeg altijd een deskundige te als je supplementen wil nemen tijdens de zwangerschap.
Gebruik van Transferfactoren bij ziektebeelden
Kanker
Uit studies over de resultaten van het gebruik van Transferfactoren bij kanker werden positieve resultaten gevonden bij mensen met longkanker in een vroeg stadium. In een later stadium bleken echter de Transferfactoren geen noemenswaardige invloed te hebben. Ook werd aangetoond dat mensen met longkanker die Transferfactoren ingespoten kregen aanzienlijk langer leefden dan de patiënten die een placebo kregen.
Ook bij vrouwen werden gunstige resultaten behaald door Transferfactoren, uit de witte bloedcellen van hun man. Bij jonge vrouwen waren de resultaten het best.
Hoewel de Transferfactoren in de medische literatuur als controversieel worden beschouwd heeft men toch immuuntherapieën ontwikkeld door Transfer Factoren te isoleren uit lymfocyten die men blootstelt aan antigenen van de specifieke tumor. . In een recent onderzoek (2011) kon een injectie met deze transferfactoren (naast de gewone chemotherapie) het uitzaaien van longkanker volledig (100%) voorkomen.
De hier beschreven behandelingen en resultaten kunnen niet als claim beschouwd worden. Het gebruik van Transferfactoren zal steeds met een medisch bevoegd persoon moeten besproken worden.
Testen werden gedaan met Transferfactoren bij Hersentumoren, Astma & eczeem, Versterking van antibiotica, Chronisch vermoeidheidssyndroom, Aids. Resultaten hiervan zijn beschikbaar.
Effecten van transferfactoren
Transferfactoren kunnen zowel als therapie op zich of als aanvullende, ondersteunende therapie voor een aantal immuun gerelateerde aandoeningen ingezet worden.
Ze kunnen preventief ingezet worden bij een verzwakt immuunsysteem. Voor het behandelen van ernstige ziektebeelden kan men specifieke Transferfactoren inzetten. Niet-specifieke transferfactoren kunnen ook hier goede resultaten geven, maar zullen soms slechts tot gedeeltelijk herstel leiden. Vooral op korte termijn is er een groot verschil tussen specifieke en niet-specifieke transferfactoren.
Uit onderzoek blijkt dat orale inname even effectief is als injecties, op voorwaarde dat er geen sprake is van absorptieproblemen (bv. ernstige darmziekten), veelvuldig overgeven of chronische diarree. We zetten de effecten van transferfactoren en de mogelijke indicaties hier op een rijtje.
Effecten
- Verhogen rechtstreeks of onrechtstreeks de aanmaak van verschillende immuuncellen: interferon-gamma, interleukinen, macrofagen, neutrofielen, B-cellen, Natural Killer cellen,
- T-helper cellen, T-suppressor cellen, cytokines, enz.
- Herstellen de balans tussen Th1 en Th2
- Verbeteren de respons op vaccinatie
- Remmen de overproductie van vrije radicalen
- Remmen de opstapeling van amyloid-bèta in de hersenen (alzheimer)
- Verbeteren de symptomen van astma en verminderen de nood aan puffers
- Versterken het effect van antibiotica
- Verbeteren het effect van conventionele behandelingen
Indicaties:
- Virale infecties: griep, verkoudheid, aids, herpes simplex, herpes zoster
- Bacteriële infecties: stafylokokken, salmonella, clostridium, tuberculose
- Sinusitis, keelontsteking, (midden)oorontsteking
- Parasieten: wormen, malaria, leishmaniasis, toxoplasmose
- Allergie: astma, eczeem, hooikoorts
- Auto-immuunziekten: reumatoïde artritis, multiple sclerose, lupus erythematosus, Sjögren syndroom, Hashimoto thyreoïditis
- Schimmelinfecties: candida albicans
- Tumoren, preventie van kanker
- Neurodegeneratieve aandoeningen: alzheimer, dementie, geheugenverlies, autisme
- Chronische vermoeidheid, fibromyalgie
- Darmziekten: colitis ulcerosa, ziekte van Crohn
De hier beschreven effecten en indicaties kunnen niet als claim beschouwd worden. Het gebruik van Transferfactoren zal steeds met een medisch bevoegd persoon moeten besproken worden.
Bijwerkingen
Er warden geen bijwerkingen geconstateerd wanneer Transferfactoren oraal genomen worden. Ook bij kinderen zijn TF veilig. Bij sommige mensen treedt koorts op door het gebruik van transferfactoren hetgeen kan duiden op een activatie van het immuunsysteem. Het is altijd aangeraden om te kiezen voor zuivere preparaten zoals trouwens voor alle supplementen, vooral diegene die gebaseerd zijn op dierlijke bestanddelen.
Het gebruik van transferfactoren af te raden tijdens de eerste drie maanden van de zwangerschap, maar ook tijdens borstvoeding.
Er zijn te weinig gegevens uit wetenschappelijke studies om de veiligheid volledig te garanderen.